Verplicht gebouwbeheersysteem in Vlaanderen
Niet-residentiële gebouwen met verwarmings- en/of koelsystemen met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW moeten binnenkort over een gebouwautomatisering- en controlesysteem beschikken. Dit is een vertaling van de Europese EPBD IV richtlijn (Energy Performance of Buildings Directive).
Voor wie is deze richtlijn verplicht?
De richtlijn slaat voornamelijk op niet-residentiële gebouwen waaronder ook kantoorgebouwen met een verwarmings- of airconditioningssystemeem met een thermisch vermogen van meer dan 290 kW. Hierbij worden beide systemen afzonderlijk bekijken, concreet betekent dit dus dat volgende gebouwen onder de verplichting vallen
- niet-residentiële gebouwen met een verwarmingssysteem met een nominaal thermisch vermogen van meer dan 290 kW.
- niet-residentiële gebouwen met een koelsysteem met een nominaal thermisch vermogen van meer dan 290 kW.
Dit zijn meestal gebouwen die ook onder de EPC NR-plicht. Productiegebouwen, magazijnen en woongebouwen zijn per definitie vrijgesteld van deze verplichting. Gebouwen met een gemengd gebruik worden daarentegen individueel beoordeeld, geval per geval.

Wanneer gaat deze verplichting in?
Bovenstaande gebouwen zijn verplicht om tegen 1 januari 2026 over een systeem te beschikken. Belangrijk om te weten is dat er de grens zal verlaagd worden naar 70 kW, uiterlijk tegen 31 december 2029, waardoor deze verplichting dus op heel wat meer gebouwen van toepassing zal zijn.
Wat houdt deze verplichting exact in?
De gebouwautomatiserings- en controlesystemen (GACS) moeten in staat zijn om:
- het energieverbruik permanent te controleren, bij te houden, te analyseren en de bijsturing ervan mogelijk te maken;
- de energie-efficiëntie van het gebouw te toetsen, rendementsverliezen van technische bouwsystemen op te sporen, en de beheerder van de voorzieningen of technische installaties te informeren over de mogelijkheden om dit te verbeteren;
- de communicatie met verbonden technische bouwsystemen en andere apparaten in het gebouw mogelijk te maken alsook kunnen communiceren met verschillende soorten toestellen van andere fabrikanten.
- het binnenmilieu monitoren
Er zijn 2 manieren om te voldoen aan de eisen voor gebouwautomatisering en -controlesystemen: ofwel door te voldoen aan de 7 opgesomde technische vereisten (methode 1), ofwel door te voldoen aan klasse B van de Europese norm (methode 2), gecombineerd met 3 bijkomende technische vereisten. De vereisten zijn zéér uitgebreid en kan je terugvinden op de website van Vlaanderen. Ze omvatten onder andere:
- Energiegebruik monitoren en registreren
- Communicatie tussen systemen en gebruikers mogelijk maken
- Energieverbruik analyseren en bijsturen indien nodig
- De energie-efficiëntie van technische installaties bewaken en optimaliseren
- Hernieuwbare energie en energieopslag integreren
- De binnenmilieukwaliteit van het gebouw monitoren
- Vanaf 2028 ook verlichting beheren
Op dit moment worden nog weinig systemen door leveranciers geclassificeerd volgens NEN-EN-ISO 52120. Om te voldoen aan bovenstaande eisen zal punt per punt bekeken moeten worden. De European Building Automation and Controls Association heeft hiervoor een checklist opgesteld die kan worden gebruikt.
En verder?
Het is voor de rest onduidelijk hoe deze verplichting gecontroleerd zal worden. Het lijkt ons best om zeker al eerste stappen te nemen om te voldoen aan enkele technische vereisten zoals het registeren van energiemetingen, een benchmark te bepalen en mogelijke interactie tussen systemen na te gaan.
Wil je graag meer informatie? Aarzel dan niet om ons hierover te contacteren.
Blijf op de hoogte van al ons nieuws!
Schrijf je hieronder in op onze nieuwsbrief.
