De beroepsvereniging OVED – Overlegplatform voor Energiedeskundigen – publiceerde vandaag een video waarin uitgelegd wordt hoe een energiedeskundige een kwalitatief
energieprestatiecetificaat opmaakt.
Toelichting bij de werkwijze:
- De energiedeskundige verzamelt vooraf al zoveel mogelijk informatie over de woning.
- De energiedeskundige komt de woning bezoeken. Zo’n bezoek is verplicht en neemt al gauw één tot anderhalf uur in beslag.
- Daarbij vraagt hij om de nodige bewijsstukken klaar te houden BELANGRIJK: Zijn die bewijsstukken er niet of niet geldig, dan mag de deskundige die gegevens niet gebruiken.
- Hij neemt ter plaatse alles nauwgezet op volgens het protocol van VEA (dit is het meten en inventariseren): hij meet oppervlaktes en de diktes van de muren, tussenvloeren voor elke verdieping en het dak. Hij bekijkt en inspecteert alle technische installaties (voor verwarming en sanitair warm water, de leidingen, en eventueel zonnepanelen, zonneboiler, het ventilatiesysteem…). Hij legt zijn waarnemingen vast op foto als bewijs (bv. van nog zichtbaar geplaatste isolatie, cijfercodes in de ramen, kenplaatjes van verwarming…).
- Daarmee gaat hij later aan de slag om de berekeningen van de verliesoppervlakken en volumes te maken.
- Hij zoekt de ontbrekende gegevens over het type beglazing, technische installaties… in de officiële bronnen en in technische info van de fabrikanten. Daarna voert hij alle geldige gegevens nauwgezet in in de EPC+-software, dat is de online tool van het VEA die de deskundige verplicht moet gebruiken. Die software berekent het EPC-kengetal van de woning .
- Als eindresultaat bekomt de deskundige het EPC+-certificaat met daarop het EPC+-label en kengetal van de woning.
Meer info is te vinden op http://www.oved.be/proces-epc of op https://www.energiesparen.be/het-nieuwe-epc-vanaf-2019